Een paar gepatineerde en verguld bronzen vierlichts kandelaars in de vorm van torsende Victoria-figuren Victories met brandende toortsen in beide handen. Met haar hoofd torst zij een vuurvergulde schotel van waaruit drie armen, in de vorm van feniksen uitlopend in varenkrullen, ontspruiten, met een vierde hogergeplaatste centrale kaarsenhouder. De gepatineerde Victoria-figuren zijn geplaatst op een hoge gepatineerd bronzen sokkel met vergulden monturen en appliques in de vorm van een brandend vuur in een houder met de caduceus.

Dit model kan worden toegeschreven aan het atelier van Pierre-Philippe Thomire (1751-1843). Thomire was een van de meest vooraanstaande bronsgieters en ciseleurs uit het Empire tijdperk. Hoewel hij was opgeleid als beeldhouwer, koos hij ervoor om het vak van zijn vader uit te oefenen en werd bronsgieter. In die professie werd hij de meest succesvolle producent van bronzen van het eind van de 18de en begin van de 19de eeuw. Thomire kreeg zijn opleiding van Gouthière en startte daarna zijn eigen onderneming die bronzen ornamenten vervaardigde voor meubels. Later werd hij assistent van Duplessis, die directeur van de Manufacture de Sèvres was. Na de dood van Duplessis in 1783 nam Thomire het vak van bronsgieter weer op en ontwierp en vervaardigde hij, onder andere, verguld bronzen monturen voor porselein. In 1809 werd hij benoemd tot “Ciseleur de l’Empereur”.

Een soortgelijk paar met drie takken uit de collectie van Pauline Borghese, die zich nu in de Britse ambassade in Parijs bevindt, werd in 1815 gekocht door de hertog van Wellington. Verdere voorbeelden zijn te vinden in Schloss Homburg, gemaakt voor koning Jérôme van Westfalen, de jongste broer van Napoleon. Een derde paar is te vinden in het Palacio Real de Aranjuez, in de buurt van Madrid.

Literatuur:
Vergelijkbare paren bevinden zich in de collectie van de Mobilier National in Parijs, inv. nr. GML-134-001/2 en GML-6484-001/2.
H. Ottomeyer en P. Pröschel, "Vergoldete Bronzen", München, 1986, p. 328, fig. 5.2.1 en 5.2.2.