×
Home Collectie Events Over ons Contact

Duits Louis XIV lakwerk schrijfkabinet



Duits Louis XIV lakwerk schrijfkabinet

Een imposant schrijfkabinet, staand op een zeer rijk uitgevoerde verguld houten console. De vier poten van de console zijn vormgegeven als Saters en lopen aan de onderzijde uit in vier enkele bokkenpoten. Deze worden met elkaar verbonden door een vierspant welke centraal bij elkaar komen in geornamenteerde acanthusbladeren met een console. Het schort van de console is versierd met een centrale mascaron, voorstellende Ariadne. Aan weerszijden hiervan zijn zwierige acanthusbladeren geplaatst op een basis met trelliswerk. Deze console draagt het rood- met zwartverlakte kabinet, welke aan de boven- en onderzijde en rondom de rode vlakken versierd is met faux-marbre. Het kabinet is uitgerust met negen zichtbare lades welke versierd zijn met zwarte lakpanelen die gevangen zijn in verguld houten snijwerk. Centraal is een afsluitbare deur geplaatst met een groot zwart lakwerk paneel. Dit paneel is het rijkst gedecoreerd en toont de voorstelling van een brullende draak in een landschap. Onder deze deur bevindt zich over de gehele breedte de afsluitbare schrijfklep. Hierachter zijn vier kleinere zwarte lakwerk laatjes geplaatst. Wanneer de onderste laatjes uitgenomen worden kan men de mechaniek vinden voor het gelijktijdig afsluiten van alle bovenliggende laden. De beide zijkanten van het meubel zijn versierd met een enkel groot zwart lakwerk paneel, gedecoreerd met paradijsvogels.

Dit schrijfkabinet komt in zijn uitvoering, constructie en versiering geheel overeen met de betimmering van een zaal in slot Ludwigsburg. Deze kleine kamer in het slot die bekend staat als het ‘Indianische Lackkabinett’ vertoont zoveel gelijkenissen met dit meubel dat met zekerheid kan worden gesteld dat dit schrijfkabinet en de ruimte in het slot van dezelfde hand zijn. Hierdoor is duidelijk door wie en wanneer dit meubel gemaakt is. Over het Indianische Lackkabinett en de bouwgeschiedenis hiervan is namelijk veel bekend.

Het Indianische Lackkabinett in slot Ludwigsburg is een kleine ruimte die tussen 1714 en 1722 gebouwd is.  

De ontwerper en bouwer is Johan Jakob Saenger met medewerking van de hofbeeldhouwer Sebastian Zimmermann (1655-1728).

Hertog Eberhard Ludwig von Wurttemberg wilde het jachtslot dat hij in 1704 had laten bouwen, uitbreiden voor de steeds maar groter wordende hofhouding. In 1709 begon men daarom met de aanbouw van een Galerie met een paviljoen aan de westelijke vleugel. In de zuidwesthoek van dit nieuwe westelijke paviljoen werd tussen 1714 en 1722 een nog steeds in originele toestand bestaand kamertje gebouwd dat bekend staat als het Indianische Lackkabinett.
De kleine ruimte van 430 x 380 cm en 540 cm hoog is geheel gelambriseerd met zwarte lakpanelen die met landschappen en fantasiedieren gevuld zijn. Deze liggen in gesculpteerde verguld houten sierlijsten, welke op hun beurt geplaatst zijn in rode gelakte panelen. Hieromheen bevinden zich op alle hoogtes van de lambrisering, lijsten van faux marbre.

Het idee om een lakkabinet te bouwen kwam niet uit het niets. De bouw van dergelijke kamers kwam aan het eind van de zeventiende eeuw in de mode. Eerst in Holland en Engeland, waar de wanden met originele of imitatielak werden bekleed. Het ging hier vooral om de lak en de overige versiering bleef zeer sober. Een beroemd voorbeeld van een dergelijk lakkabinet is dat vervaardigd voor het stadhouderlijk hof in Leeuwarden voor 1695, hetgeen nu te zien is in het Rijksmuseum te Amsterdam. Hier zijn originele Chinese kamerschermen van Coromandellak verzaagd om als wandbekleding te dienen. Deze kamer, waar thee werd gedronken, was ingericht met exotische meubelen en Chinees porselein.
In Berlijn, Bayreuth München en Dresden zijn ook lakkabinetten vervaardigd voor paleizen. Het grote verschil met het kabinet in Ludwigsburg is dat in de betimmering van alle andere kabinetten oosterse lakpanelen zijn verwerkt. Het kabinet in Ludwigsburg is een geheel Duits contemporain product.

De techniek om lak naar Chinees of Japans voorbeeld na te maken werd overal in Europa beoefend. In Holland waren meesters als Willem Kick al aan het begin van de zeventiende eeuw actief in het imiteren van lak. In Duitsland werd door Dagly in Berlijn rond 1700 glanzende lakmeubelen gemaakt. In Dresden was de Chinamode tussen 1710 en 1720 op haar hoogtepunt en werden uitstekende lakmeubelen vervaardigd.
In Ludwigsburg was men van al deze modeverschijnselen goed op de hoogte. Niet alleen had Herzog Eberhard Ludwig op zijn reizen naar Engeland en Holland rond 1700 waarschijnlijk al Lakkabinetten gezien maar ook in Wenen, waar hij nauwe betrekkingen met het hof onderhield en bezittingen had kon hij dergelijke kabinetten gezien hebben.
Het plan voor een Indianisch Lackkabinett komt voor het eerst naar voren op 3 februari 1714 wanneer de Indianische Kammermaler Johann Adalbert Kratochwyl, die de twee jaar ervoor in Wenen verbleef, een plan aanbiedt voor een Lackkabinett met schilderingen op doek. De bouwdirecteur Nette weigert het plan omdat hij de kosten van 9000 florijnen te excessief vindt.

Volgens Nette zijn er in Berlijn en elders ook kunstenaars te vinden die het net zo goed zouden kunnen uitvoeren. En inderdaad; nog in hetzelfde jaar biedt Johann Jakob Saenger uit Neurenberg, geboren in Sachsen Gotha, zijn diensten aan.
Hij prijst zichzelf aan als dauerhafter Lacq- und Kunstminiatur Mahlerey Arbeit. Hij heeft veel geleerd door zijn reizen, waaronder door Italië, en beheerste een vuurvaste laktechniek welke hij kon toepassen op tafels, koffieschalen toiletstellen, kabinetten en schrijftafels. Saenger beweert ook nog kort hiervoor een Kabinett vervaardigd te hebben voor het slot te Rastatt. Vermoedelijk was dit helemaal niet waar maar het helpt hem wel aan de betrekking.
In zijn eigen bewoordingen biedt hij aan om “… een galante gelakte kamer te vervaardigen met agaat en marmergelijkende schilderingen en vullingen in een Chinese zwarte manier met Indiaas goud en andere vreemde vondsten versierd.”   

Saenger is net begonnen met de werkzaamheden als Opperbouwmeester Nette plotseling overlijdt. Blijkbaar is de hertog zeer tevreden over Saenger want hij wordt direct breder betrokken bij de bouw van het slot. Uit de boeken blijkt dat Sebastian Zimmermann, de hofbeeldhouwer, wordt gevraagd om beeldhouwwerken te maken. Vermoedelijk wordt hiermee het lijstwerk bedoeld waarin de lakpanelen geplaatst zijn.

Sebastian Zimmermann was al sinds 1704 Hofbeeldhouwer in Ludwigsburg. Hij was rond 1700 op studiereis in Italië geweest en ontleende daar zijn status als beeldhouwer aan. De bouwmeester en de hertog waren echter zelden tevreden over zijn werk in steen en vermoedelijk kreeg om die reden hij allerlei andere opdrachten voor spiegel- en schilderijlijsten en siertafels. Toch bleef Zimmermann tot zijn dood betrokken bij de bouw van het slot.
Aan Zimmermann worden 1000 florijnen betaald voor het werk aan het Lakkabinett. Het is aannemelijk dat het hier ook het onderstel en de betimmering van het schrijfkabinet betreft. Saenger kreeg van de zeer tevreden Hertog, toen het kabinet in 1722 gereed was, twee gouden medailles ter waarde van 300 florijnen en een bonus van 400 florijnen. Daarmee kwam de totale som die aan Saenger werd betaald op 6400 florijnen. Toch vertrok hij mopperend naar Ansbach, naar verluid omdat de acht jaar die hij in Wurttembergische dienst had doorgebracht vol bedrog, haat en nijd waren geweest, waardoor hij zich gedwongen voelde te vertrekken. In Ansbach was blijkbaar weinig te doen want al snel vertrok Saenger met onbekende bestemming, waardoor er van deze nijvere vakman geen verder werk bekend geworden is.

Dit schrijfmeubel is een van de zeer weinige meubelen waarvan met zekerheid gezegd kan worden dat zij tot de inrichting van het slot Ludwigsburg behoord hebben. Alle meubelen uit die tijd die in het paleis stonden zijn vervreemd geraakt in de loop der eeuwen. Het opduiken van deze kast voegt een nieuw hoofdstuk toe aan wat ons bekend is over de inrichting van het paleis. Uit een boedelinventaris van 1721 (Hauptstaatsarchiv Stuttgart A21 bd 9) blijkt dat het gebouw slechts spaarzaam ingericht was. Hoewel het rijk gedecoreerd was met plafondschilderingen, stucornamenten en wandtapijten, waren er relatief weinig meubels te vinden. In elke kamer komen slechts stoelen, guéridons en tafels voor in geringe hoeveelheden. In de belangrijke zalen betrof het vergulde en gesneden consoles die als Bildhauerarbeiten staan omschreven. Ook spiegels met vergulde lijsten komen in deze zalen voor. Het is opmerkelijk dat pronkmeubelen nauwelijks voorkomen in het paleis. Ook opvallend is dat de inrichting vaak geen eenheid vormde; zeer diverse meubelen stonden bij elkaar. De bekleding en de kleuren van de zitmeubelen waren vaak zeer verschillend. Niemand stoorde zich daar toen blijkbaar aan.   
Schreibtische of Schreibkabinette waren er maar heel weinig. Een rood- en witgelakte schrijftafel uit India stond in de slaapkamer van de Grävenitz. Drie kleine gelakte kabinetjes op tafelonderstellen; een blauwe, een rode en een zwarte worden, ook in de inventaris genoemd. De omschrijving in de inventaris die verwijst naar dit meubel, stond in de Furstenbau op de middelste etage, in het Schreiner Cabinet in de Marmoriersaal; “1 laquirt und eingelegter schreib tisch in … mit 9 schubladen.”

Door de combinatie van het identieke decoratieschema in het Lackkabinett en de treffende omschrijving van het meubel in de inventarisbeschrijving, kan er geen twijfel over bestaan dat dit gelakte schrijfkabinet hetzelfde meubel is als in 1721 te vinden was op slot Ludwigsburg. De overeenkomsten van de decoratieve elementen zijn talrijk. Zo is er de draak met zuil en vaas die het centrale paneel van het schrijfkabinet siert, en welke als exacte herhaling voorkomt op het hoofdpaneel in het Lackkabinett. Ook de faux marbre versieringen zijn identiek in de kleurstellingen en de gekozen patronen, alsmede in de plaatsing; zo komt de concave kooflijst van de zaal terug aan de bovenzijde van het schrijfkabinet waar het eenzelfde stilistische functie vervult. Ook het repetitieve schema van het Lackkabinett met rode lakwerk panelen en daarbinnen de zwarte lakwerk panelen gezet in verguld snijwerk, komt geheel overeen met de opbouw van het schrijfkabinet.

Hoewel de inventarislijst de maker van het schrijfkabinet niet vermeldt, kunnen we concluderen dat de kast en het Lackkabinet dusdanig veel overeenkomsten hebben dat zij niet los van elkaar gezien kunnen worden en beide in de periode tussen 1714 en 1722 vervaardigd zijn door Johan Jakob Saenger en Sebastian Zimmermann.

Literatuur:
Werner Fleischhauer, Barock im Herzogtum Württemberg, Stuttgart 1958, pp. 137-163, 201-203, 226
Werner Fleischhauer, ‚Das indianische Lack- und das türkische Boiserienkabinett in Ludwigsburg‘, Neue beiträge zur Archäologie und Kunstgeschichte Schwabens (1952), pp. 187-195.
Monika Kopplin, European Lacquer, München 2010, p, 200,201
Heinrich Kreisel, Georg Himmelheber, Die Kunst des Deutschen Möbels, Munich 1973, 3 volumes, vol. 2 fig. 304, p.118,119
Daniel Schulz, Mars, Venus, Bacchus & Co. Die barocken Groß-Skulpturen des Ludwigsburger Schlosses, Ludwigsburger Geschichtsblätter 64/2010, pp. 23-59
Philipp von Württemberg, Das Lackkabinett im deutschen Schloβbau: Zur Chinarezeption im 17. und 18. Jahrhundert, Berne 1998, pp. 153-156 figs. 98-101

Duits Louis XIV lakwerk schrijfkabinet
Prijs op aanvraag
Provenance
Hertog Eberhard Ludwig von Wurttemberg
Privécollectie, Verenigde Staten
Periode
ca. 1714-1722
Materiaal
Gesculpteerd en verguld grenen, verlakt grenen, verguld bronzen beslag
Afmetingen
190 x 143 x 49 cm

Wereldwijde verzending mogelijk