×
Home Collectie Events Over ons Contact

Franse Louis XV cartel d'alcove, Jean-Baptise Baillon



Franse Louis XV cartel d'alcove, Jean-Baptise Baillon

Het uurwerk wordt aangedreven door een veerton en heeft een gangduur van veertien dagen. Het wordt gereguleerd door ankergang in combinatie met een slinger opgehangen aan een zijden draad. Het uurwerk heeft trek-kwartierrepetitie op twee bellen. De wijzerplaat in wit emaille heeft een buitenring met minutenaanduiding in zwarte Arabische cijfers en urenaanduiding in blauwe Romeinse cijfers. Tussen de Romeinse hele uren bevinden zich vergulde paillons in de vorm van de Franse lelie. De opengewerkte uren- en minutenwijzer zijn van vuurverguld brons. De klok is gesigneerd in het centrum: Jn BAPTISTE BAILLON. De achterzijde van de wijzerplaat is gesigneerd: 1746 A.N. Martiniere, P. naire du Roy.
Ook de achterzijde van het uurwerk is gesigneerd; JBte Baillon AParis No 2315.

De vuurverguld bronzen kast bestaat uit asymmetrische vormen van gestileerd acanthusblad. Aan de onderzijde bevindt zich een opengewerkt slingervenster.

Baillon
Jean Baptiste Baillon III (overleden 1772) was een van de meest bekwame en innovatieve makers van zijn tijd. Zijn succes was grotendeels te danken aan zijn vermogen om een grote en bloeiende privéfabriek in Saint-Germain-en-Laye te op te zetten, die uniek was in de achttiende-eeuwse klokkenmakerij. Baillon's vader, Jean-Baptiste II (overleden 1757), een Parijse maître, en zijn grootvader, Jean-Baptiste I uit Rouen, waren beiden klokkenmakers, net als zijn eigen zoon, Jean-Baptiste IV Baillon (1752 - ca. 1773). Baillon zelf werd in 1727 toegelaten tot het gilde als maître-horloger. In 1738 zag hij zijn eerste belangrijke aanstelling als Valet de Chambre-Horloger Ordinaire de la Reine. Vervolgens werd hij vóór 1748 benoemd tot Premier Valet de Chambre de la Reine en vervolgens tot Premier Valet de Chambre en Valet de Chambre-Horloger Ordinaire de la Dauphine van Marie-Antoinette, in 1770. Hij werd in 1738 passend gevestigd op Place Dauphine en daarna in rue Dauphine in 1751.

Dankzij zijn succes vergaarde Jean-Baptiste Baillon een enorm fortuin, dat bij zijn overlijden, op 8 april 1772, werd geschat op 384.000 livres. Tegenwoordig kan men het werk van Baillon bewonderen in enkele van 's werelds meest prestigieuze collecties, waaronder de Parijse Musée du Louvre, het Château de Versailles; Neues Schloss Bayreuth; en het Metropolitan Museumin New York.

Antoine-Nicolas Martiniere
A.N. Martiniere (1706 – 1784) werd maître in 1720 en was een van de meest vooraanstaande emailleurs gedurende het bewind van Louis XV. Hij leverde dan ook aan de meest begaafde klokkenmakers. In een artikel in “Le Mercure de France” van april 1740 wordt vermeld dat de koning een verzoek had ingediend voor een buitengewoon grote geëmailleerde wijzerplaat. Waar andere emailleurs geen garantie voor het juiste resultaat konden geven, voerde Martiniere dit kunststuk tot grote tevredenheid van de koning uit. Een jaar later werd Martiniere benoemd tot Pensionnaire du Roi.

De bronzen zijn C couronné gestempeld.

Een edict van 1745 verplichtte bronziers om hun werken ​​te stempelen met een kenmerkende kleine letter; een C met daarboven een kroon, die aangaf dat ze belasting moeten betalen. Dit gold voor zowel objecten als de meubels die ermee versierd waren.

Het merk, dat slechts enkele millimeters meet, is lange tijd een vraagstuk geweest voor onderzoekers; is het de handtekening van de bronzier Caffieri, die van de fondeur Colson, of de stempel van de meubelmaker Cressent?

Pas in Le Poinçon de Paris, van Henri Nocq in 1924, werd omschreven dat het gaat om een belastingteken voor bronzen objecten en onderdelen dat gebruikt werd tussen 1745 en 1749. Zoals geldt voor iedere vorm van belasting, was ook deze zeer impopulair en waren er vele rechtszaken van ambachtslieden tegen de staat, waarin het besluit aangevochten werd. Desondanks werd het edict in februari 1745 formeel en werd het van toepassing op alle oude en nieuwe werken van brons, puur koper, gietijzer, gemengd koper, gesmeed- geslepen- geslagen- geschaafd- gegraveerd- verguld-, zilver en gekleurd en zonder enige uitzondering.
Elke ambachtsman moest naar het kantoor van het stempelmerk aan de "cul-de-sac des Bourdonnais", in de wijk Halles, om daar zijn werk te laten stempelen en de royalty te betalen. Een belangrijk detail: dit speelde ten tijde van de Oostenrijkse Successieoorlog en de militaire behoeften waren dringend. In februari 1749 werd de Vrede van Aix-la-Chapelle ondertekend, waarna de "afschaffing van kleine nieuwe belastingen" volgde.

Maar in de tussentijd moest het keurmerk verschijnen op al het kopermetaalwerk dat gedurende deze vier jaar werd uitgevoerd of verkocht. Het is dus ook mogelijk om het merk terug te vinden op stukken van vóór 1745 die in deze periode een nieuwe laag vergulding kregen of op de markt kwamen. Dit is bijvoorbeeld het geval met bepaalde meubelstukken van André-Charles Boulle uit de Lodewijk XIV-periode.

Franse Louis XV cartel d'alcove, Jean-Baptise Baillon
Prijs op aanvraag
Periode
ca. 1746
Materiaal
vuurverguld brons, geëmailleerde wijzerplaat
Signatuur
Jn BAPTISTE BAILLON
Afmetingen
50 x 11 x 30 cm

Wereldwijde verzending mogelijk