Een Hollandse Louis XVI theestoof met spijltjes op drie taps toelopende pootjes. Het geheel is zeer rijk uitgevoerd in een speelse combinatie van satijn en ebbenhout De banden aan de boven- en onderzijde, waartussen zich de spijlen bevinden, zijn elegant versierd met een parelsnoermotief.

De theestoof is een typisch Nederlands meubeltje dat zijn intrede deed in het midden van de 18e eeuw. Toen thee geïntroduceerd werd in Nederland was het een zeer exclusief product en werd het enkel gedronken door het rijkere deel van de bevolking. In de tweede helft van de 18e eeuw werd thee voor iedereen toegankelijk. De exclusiviteit van de thee zelf verdween, waardoor men op zoek ging naar exclusievere theesoorten en een uitgebreidere ceremonie hieromheen. De theestoof werd benut om het water uit de ketel door middel van kolen warm te houden. De theestoof kon bij de salon gezet worden.

Dit typische meubeltje wordt buiten Nederland vaak verward voor een jardinière.