Een zeer elegante trapeziumvormige console desserte met galerijranden, bespiegelde achterwand, en een plateau tussen de taps toelopende poten. Alle vlakken zijn gefineerd met een combinatie van satijnhout en palissander, afgebiesd met messing. Het blad is versierd met meerdere messing biezen en een bredere rand van gestileerde tulpen, een decor dat zich herhaalt op het plateau. De voorste poten onder de iets vooruitspringende huizen op de hoeken staan overdwars.

Dit type meubel is veelvoorkomend in de Franse traditie. In de Nederlandse interieurs aan het einde van de 18e eeuw, moet een dergelijk meubel echter een zeldzaamheid zijn geweest. Over het algemeen waren Nederlandse meubelen, vanwege de relatieve beperkte ruimte die Nederlandse huizen boden, multifunctioneel van aard. Hier zien we echter dat er geen ruimte is gemaakt voor een lade en ook het marmeren blad dat men zou verwachten bij een dienmeubel ontbreekt. Vanwege de hoge mate van verfijndheid en de vele ruimte die is gebruikt voor decoratie, kan men afleiden dat het meubel plaats moet hebben gehad in een kamer van een zeer welgestelde familie.