De ronde tafel staat op een driepoot, bestaande uit een basis met daarboven een dichte, naar boven smaller toelopende en aan drie zijden concave stam. De hoeken zijn afgerond en onder iedere hoek bevindt zich een cirkelvormige geprofileerde rand met daaronder een wieltje. Boven de driehoekige basis bevindt zich op iedere hoek een gestileerde ramskop met van daaruit naar boven langs de concave spant een opstaand palmetblad. Het marmeren tafelblad met brede opliggende rand wordt gedragen door een brede ronde band.

Tijdens het Franse eerste keizerrijk (1804-1815) stond zowel de monumentale als de toegepaste kunst in dienst van de keizer. Charles Percier en François-Léonard Fontaine gaven in 1801 hun ‘Recueil de Décorations Intérieures’ uit en legden daarmee de basis voor de Empire-stijl. Beide ontwerpers werden aangesteld als architecten van de keizerlijke paleizen, en gaven ook de interieurs vorm. Hun vormentaal kwam voort uit de Klassieke Griekse, Romeinse en Egyptische tradities, en door de ‘esprit conquérant de l’Empire’. De vorm van de meubels is puur en functioneel, maar oogt tamelijk zwaar en massief.