Een uitzonderlijk kleine staande klok met speelwerk in wortelnoten kast.

Het uurwerk.
Het uurwerk met driekwart kalender heeft een gaandwerk op ankergang en een loopduur van acht dagen. De platines zijn verbonden door vijf pilaren. Het zaagslagwerk slaat voluit op de hele uren op de grote bel en slaat de halve uren op de kleine bel.
De klok is uitgerust met een speelwerk met twaalf melodieën en speelt op de hele en halve uren met 28 hamers op 13 bellen. Het speelwerk speelt de navolgende melodieën.

1.   La  Jalousie                    2.    Rigadoon
3.   De Klappermanmars      4.    Mebliton
5.   Boere  Ballat                  6.    Een  Minuett
7.   De Camizards Mars       8.    De  Waterlance Boere
9.   De  Boonties                 10.    Sarabande Royal
11. Our  Toomes  Weg        12.    O  Neen  Caat

Wijzerplaat.
De wijzerplaat met verguld centrum en verzilverde gegraveerde ring toont de uren in Romeinse en de minuten in Arabische cijfers. De cijferring is op de hoeken geflankeerd door verguld bronzen ajour hoekstukken. Onder de XII bevindt zich een secondering met daarin een datumaanduiding. Boven de VI bevindt zich de dagaanduiding. In de toog centraal geplaatst een maanstandaanduiding. Hierboven in een halve boog, gelijklopend met de toog worden de twaalf gespeelde melodieën genoemd. Middels een wijzer is handmatig de keuze voor een tweetal melodieën bepaald worden. Links en rechts bevinden zich twee kleine ringetjes waarmee door middel van een wijzertje het speel- en slagwerk in of uitgeschakeld kan worden. De klok is gesigneerd op de cijferring: Paulus Bramer Amsterdam.

Paulus Bramer (ca. 1696-1770) was klokkenmaker van ca. 1715 tot 1750 en was de zoon van Willem Bramer Sr. (1660-1734). Zijn broers Gerrit en Willem werden tevens klokkenmaker.
Paulus Bramer was als klokkenmaker zeer productief, hij maakte zowel staande klokken, tafelklokken als zakhorloges. Hij maakt naam met zijn bewerkte en gecompliceerde uurwerken.

Op 20 augustus 1750 werd zijn zoon Jurriaan Bramer (Sr.) mede-eigenaar van de zaak. Vanaf dat moment werden de uurwerken gesigneerd met "Paulus Bramer en Soon". Op 1 mei 1775 verhuisde de winkel naar de Kalverstraat, tegenover de ingang van de Nieuwezijds kapel. De werkplaats van Paulus was aan de Nieuwezijds Voorburgwal.

De kast.
De volledige voorzijde en de beide zijkanten van de kast zijn uitgevoerd in wortelnotenfineer. De voet heeft overhoeks geplaatste knieën op bolpootjes. Het middenstuk is voorzien van een deur en is uitgerust met een ovaal slingervenster.

De deur die toegang geeft tot de wijzerplaat wordt geflankeerd door twee ronde pilasters met bronzen kapitelen. Bezijden het uurwerk en op de kap is de kast gedecoreerd met zaagwerk. De kap heeft een gesneden kuif en wordt bekroond door drie verguld bronzen beelden; Atlas geflankeerd door gevleugelde klaroenblazers.