Het uurwerk.
Het uurwerk met volledige kalender heeft een gaandwerk op ankergang en een loopduur van acht dagen. De platines zijn verbonden door vijf pilaren. Het zaagslagwerk slaat voluit op de hele uren op de grote bel en slaat de halve uren op de kleine bel.
De klok is uitgerust met een speelwerk met twaalf melodieën en speelt op de hele en halve uren met 28 hamers op 14 bellen. Het speelwerk speelt de navolgende melodieën.

1.    Duytsche Mars               2.    Foelie de Spanje
3.    Mars v. Marlbourg          4.    Pirelala
5.    D’Vriesse Boer               6.    Nieuwe Cottiljon
7.    Studentemars                 8.    Mars van Dessou
9.    Boeree                          10.    Kees Myn Vryer
11.  Gekroonde wynvat        12.    Contredans

Wijzerplaat.
De wijzerplaat met verguld centrum en verzilverde gegraveerde ring toont de uren in Romeinse en de minuten in Arabische cijfers. De cijferring is op de hoeken geflankeerd door verguld bronzen ajour hoekstukken. Onder de XII bevindt zich een secondering. Boven de VI bevindt zich de datumaanduiding. In de toog centraal geplaatst een maanstandaanduiding binnen een geschilderd vlak met een voorstelling van musicerende putti. Hierboven in een halve boog, gelijk lopend met de toog worden de twaalf gespeelde melodieën genoemd. Middels een wijzer is handmatig de keuze voor een tweetal melodieën bepaald worden. De klok is gesigneerd op de cijferring: Gerrit Marcus Amsterdam.

Gerrit Marcus werd geboren in Amsterdam in 1710 en overleed na 1767. In 1730 was hij werkzaam als horlogiemaker in de Oude Spiegelstraat en hij wordt vermeldt in het register van 1767 van belangrijke klokkenmakers.

De kast.
De volledige voorzijde van de kast is uitgevoerd in wortelnotenfineer, terwijl de zijkanten van de kast zijn uitgevoerd in stamnoten- en wortelnotenfineer. De voet heeft overhoeks geplaatste knieën op gewelfde pootjes. Het middenstuk is voorzien van een deur en is uitgerust met rijk geornamenteerd cartouchevormig slingervenster.

De deur die toegang geeft tot de wijzerplaat wordt geflankeerd door twee ronde pilasters met bronzen kapitelen. Bezijden het uurwerk en op de kap is de kast gedecoreerd met zaagwerk. De kap heeft een gesneden kuif en wordt bekroond door drie verguld houten beelden; Atlas geflankeerd door een gevleugelde klaroenblazer en Mercurius.

Literatuur:
Enrico Morpurgo, Nederlandse klokken- en horlogemakers vanaf 1300, 1970, p. 83