Een kleine elegante commode staande op vier overhoeks geplaatste taps toelopende poten, die eindigen in verguld bronzen sabots die de hoekige vorm van de poten volgen. De vorm van de commode wordt ook wel breakfront genoemd, hetgeen refereert aan het midden dat naar voren springt. De commode heeft twee laden sans travers, versierd met florale intarsia binnen vlakken die zijn afgezet met een geometrische bandintarsia. Hierboven bevindt zich de derde, smallere, lade welke het florale decoratieschema volgt. Ook de beide zijden van de commode volgen deze vormgeving. Alle laden zijn voorzien van vergulden bronzen trekkers en beslag. De overhoeks geplaatste stijlen zijn versierd met verguld bronzen cannelures. Daaronder zijn de huizen versierd met een verguld bronzen rozet binnen een vierkant kader. De zijstijlen naast de bovenste lade zijn voorzien van een architecturale neoclassicistische applique met guirlandes. De commode wordt aan de bovenkant bedekt door een Brêche-marmeren plaat.

Pierre Macret werd geboren in 1727, trouwde op 20-jarige leeftijd en werd in december 1756 marchand-ébéniste privilégié du Roi suivant la cour et conseils de sa majesté, een titel die hij erfde bij het overlijden van de weduwe van Latz. Uit de archieven van de marchand-mercier Lazare Duvaux blijkt dat hij in december 1758 een schuld van 1169 livres aan Macret had. Tegelijkertijd werkte hij samen met de marchand Darnault. Uit krantenadvertenties blijkt dat hij in 1763 in de rue Saint Honoré in het hotel d'Auvergne, vlakbij Saint-Roch, werkte.

De markies de Marigny, Directeur des Bâtiments, kocht in 1770 voor 1890 livres aan meubilair van hem. In 1771 veranderde Macret zijn status en werd marchand-mercier in Parijs. Hij was fournisseur ordinaire des menus-plaisirs du Roi van 1764 tot 1771. In overeenstemming met zijn nieuwe status koos hij in april 1772 een comfortabeler huis in de rue Saint-Honoré. Kort voor 1772 leverde hij meubels ter waarde van 1222 livres aan de Dauphine Marie-Antoinette. De markies de Monconseil, vader van prinses d'Henin, had meubels besteld ter waarde van 4690 livres.

De werken van Macret worden tentoongesteld in veel musea, waaronder de Nissim de Camondo in Parijs; het kasteel van Versailles; het Cleveland Museum of Art; Hillwood House, Washington DC en het Metropolitan Museum of Art in New York.

Literatuur:
Pierre Kjellberg, Le Mobilier Français Du XVIIIe Siècle, 1989, ill. p. 541