Een tweedeurs commode met gewelfd front, een diep gegolfd en geknikt schortstuk en overhoeks geplaatste zijstijlen. De voorste zijstijlen lopen naar boven uit in een ronding, de onderkant sluit fraai aan op de poten die de cabriole-vorm tonen die zo typisch is voor Transition meubelen. De zijkanten hebben een gegolfde regel. Het beslag bestaat uit een schortstuk, twee sleutelplaten op de deuren, sabots en hoekbeslag op de voorpoten. De poten tonen op de voorkant extra beslag, als om de ingenieus gevormde hoekconstructie te benadrukken. De rijke decoratie van de commode is opvallend. Dit uit zich vooral in het fraaie en fantasievolle gebruik van de verschillende houtsoorten.

De beide deuren en de zijkanten zijn, op de vlindervormige fineer binnen panelen, gedecoreerd met aan een strik hangende medaillons in lijsten met omkrullend acanthusblad. De medaillons op het front tonen ieder een vaas met een zevental bloemen. De vazen op hoge voet staan op een ronde tafel en hebben een vaaslichaam dat gevormd wordt door een rocaille, waarboven de vaas wijd uitloopt zodat de erin geschikte bloemen mooi kunnen uitwaaieren. Ook de medaillons aan de zijkanten bevinden zich binnen panelen met fineer in vlindervorm. Aan de linkerzijkant is het medaillon gedecoreerd met een kop en schotel, rechts met een mand met strooibussen. De decoratie met serviesgoed op de zijkanten doet vermoeden dat de commode werd vervaardigd voor een eetkamer. De slaglijst en de zijkanten van de deuren, evenals de voorste hoeken van de zijkanten zijn gedecoreerd met marqueterie van ‘puzzelstukjes’ binnen een langgerekt smal paneel dat omkaderd is met palmhouten biezen. De overhoekse stijlen zijn gedecoreerd met een ovaal met cannelures en golvende banden.