De spiegel is gevat in een gesneden lijst die aan de binnenkant gedecoreerd is met een gestileerde parellijst en aan de buitenkant met afhangende bladmotieven gedecoreerd is. Op de vier hoeken toont de lijst rechthoekige huizen die met rozetten versierd zijn. De bovenkant van de spiegel is gedecoreerd met een gekantelde mand met bloemen, vruchten en oogstwerktuigen. Op de bloemenmand prijkt nog een zonnehoed met daarop een korenornament.

Spiegels werden gedurende de hele achttiende eeuw op de schoorsteenboezem en tussen de ramen gehangen en waren als zodanig een vast onderdeel van de inrichting van een kamer. Meestal werden spiegels geflankeerd door wandarmen of appliques, om het kaarslicht te weerkaatsten zodat men optimaal gebruik van het licht kon maken.