Uurwerk
Het uurwerk met centrale uren-, minuten-, datum- en secondenwijzer en met een compensatieslinger. Het gaandwerk bestaat uit een pennengang. Slagwerk op de hele en halve uren. Gangduur 14 dagen.

De pendule heeft een basis van wit marmer die rust op zes vuurvergulde pootjes. Het marmer vertoont aan de voorkant een uitsparing voor de slingerlens. Het messing skelet rust op vier vuurverguld bronzen pootjes. De geëmailleerde cijferring is gevat in een geprofileerde binnenring en een buitenring met bladmotieven beide van vuurverguld brons.
De uren- en minutenwijzers zijn van vuurverguld brons terwijl de datum- en secondenwijzers van geblauwd staal zijn. De klok staat in een glazen kast.

Robert Robin (1742-1799) was afkomstig uit een geslacht van klokkenmakers. In 1767 werd hij Maître van het Parijse klokkenmakersgilde; hij werkte vanaf 1772 in de Grande Rue du Faubourg St. Honoré. In 1785 kreeg hij een woning en atelier toegewezen in het Louvre en vanaf dat moment werkte hij voornamelijk voor het Franse hof en publiceerde over de klokken in Frans koninklijk bezit.